Een maatschappelijk werker Pur Sang

Tjandrika Rangoe (57) komt als 14-jarige jongeman in 1970 naar Nederland. Moeder is erg ziek en depressief na het plotselinge overlijden van haar dochter op 11 jarige leeftijd. Een Nederlandse arts die in Suriname werkt, adviseert naar Nederland te gaan voor beterschap. Zo belandt het gezin Rangoe in Den Haag. Moeder herstelt, krijgt een baan, vader gaat op religieus – en cultureel gebied aan de slag en wordt een van de oprichters van de Arya Samaj Nederland (ASAN). De kinderen gaan naar school en Tjandrika rondt in 1982 zijn studie af als sociaal-maatschappelijk werker aan de Katholieke Sociale Academie in Den Haag.

Federatie Eekta

De interesse voor het maatschappelijk werk ontwikkelt Tjandrika als hij in 1978 als vrijwilliger meedraait bij de stichting Eekta Bhavan in Den Haag. Tjandrika voert dagelijks 10 tot 20 gesprekken met “cliënten” die ook na de onafhankelijkheid van Suriname in november 1975 kiezen voor een veilige toekomst in Nederland. Hij geeft advies, wijst de weg, bemiddelt en gaat zo op in zijn “spreekuur”, dat hij vaak te laat zijn kinderen van school haalt. Overigens één van de eerste projecten die Tjandrika opzet is een zomerkamp voor 50 Hindostaanse kinderen, want de kinderen gingen niet op vakantie want hun ouders hadden geen geld, zo vlak na aankomst uit Suriname. ”Ik moest bij de ouders eerst schriftelijk tekenen voor de veiligheid van de kinderen en ze mochten niet zwemmen! Kom ik in het kamp aan bij de bossen van Zeist, beginnen ze allemaal in de bomen te klimmen”. Het project werd een succes en ook georganiseerd in andere steden als Zoetermeer enz.

Casuïstiek  

Tjandrika zet als eerste in 1980 het onderwerp ‘zelfmoord’ op de maatschappelijke agenda en maakt zo een ‘Hindoestaans probleem’ een probleem voor de gemeente Den Haag. Hij wordt bekritiseert omdat hij de vuile was buiten hangt, maar Tjandrika staat voor ‘’ problemen bespreekbaar maken en goede communicatie”. Hij zet door en opent in 2004 de eerste suïcidelijn voor Hindoestanen in Den Haag. Over dit probleem raakt hij niet uitgesproken. “Gelukkig is het nu minder geworden. Maar onlangs pleegden een 53-jarige en een 59-jarige Hindoestaan, zelfmoord. Dat gaat je verstand te boven in deze tijd waar er zoveel hulp mogelijk is. Aan de andere kant ben ik bezorgd over een toename van het aantal bijna- suïcidepogingen. Die vragen om aandacht voor hun problemen”, aldus een bevlogen en betrokken Tjandrika. In alle voorbeelden die hij bespreekt vermijdt hij zeer zorgvuldig namen en duidingen van personen die herleidbaar kunnen zijn naar een familie. Tjandrika, nu werkzaam bij de Federatie Eekta in Den Haag, is bezorgd dat de oudere Hindoestanen vanaf 55 jaar in de nabije toekomst in grote problemen zullen komen. Zeker in een tijd van wegvallende voorzieningen als gevolg van bezuinigingen. “Erger is dat er binnen onze Hindoestaanse gemeenschap nauwelijks meer bereidheid is om elkaar te helpen”. Op weg naar zijn pensioen moet Tjandrika nog negen jaar werken. Hij gaat zich nu voor de ouderen inzetten.